Zoeken in deze blog

maandag 22 november 2010

TOE (r) SCHOUWER DEEL 3

Op maandag een stukje van de bloggert himself als Toe(r)schouwer (in delen)

Op mijn tiende kreeg ik een afgedankte rare racefiets van mijn Duitse zwager. Groen. Met een dubbele stang en Mavic wielen. Baanfiets, zonder remmen. Doortrapper. Ik vond hem prachtig en reed er graag op. Als ik moest remmen schraapte ik met mijn schoen over de straat. Levensgevaarlijk. Ik heb mijn moeder er nooit over gehoord.

Met een paar vriendjes hadden we ineens een wielerclubje. We reden wedstrijdjes door een stil stukje van het dorp. Bijna geen auto’s en we keken niet uit bij een bocht of zo. Alles ging goed. Bij een wedstrijdje, ons clubkampioenschap, namen we allemaal wat prijzen mee van huis. Een oude voetbalbeker, een glazen vaas, ik nam een wekker mee van mijn slaapkamer. Zo'n chromen ding met twee bellen er boven op. De wekker bleek het meest begerenswaardig want deze werd gebombardeerd tot de eerste prijs. Wij rijden, koersen. Tien ronden. We waren met 6 jongens. Ik achtte mezelf niet geheel kansloos, want als was ik niet de oudste (de sterkste) ik was wel de enige met een racefiets. De groene baanfiets. De andere jongens waren niet verder gekomen dan het vervangen van hun gewone stuur door een wielrenstuur op hun gewone fiets. Na 8 ronden reden we met drie vooruit. Twee oudere, sterkere jongens en ik. Ik hield met moeite het wiel van de nummer twee en kwam daar ook in de laatste ronde ook niet meer overheen. Daar ging mijn wekker. Ik ging naar huis met een of ander beeldje van een hertje dat verkleurde in het zonlicht. Mijn moeder vond het prima. Wel leuk zo’n hertje op de schoorsteenmantel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten