1985
Voor het eerst plande ik ruim van te voren mijn vakantie zo dat ik in een mooie streek een belangrijke bergetappe zou kunnen zien. We gingen een rondrit door het Spaanse binnenland maken, maar eerst zetten we ons tentje op, op een camping bij Laruns. Praktisch aan de voet van de Col d’Aubisque.
In de dagen voor de bergrit bekeken we de omgeving. Wandelen bij les Eaux Bonnes. Een dagtochtje naar Lourdes. Daar liepen we een dag rond tussen opgegeven volk. Neonkruisbeelden in de souvenirwinkels. Optochten van lammen en zieken in rolstoelen, op rijdende bedden, voorafgegaan door Priesters met kruisbeelden en vlaggen. Fellini aan het werk.
Inmiddels regende het al twee dagen. Kamperen in de regen is niet mijn hobby en weer besloten we (net als in 1980) door de rijden naar de zon. Die vonden we aan de andere kant, in de Spaanse Pyreneeën. Bij thuiskomst keek ik naar de videobeelden van de tour die mijn zwager voor mij had opgenomen. (stick to the plan)
Ik zag de etappe over de col d’Aubisque. De zon scheen uitbundig toen Herera onverhuld Hinault op sleeptouw nam zodat hij uiteindelijk de Tour op die dag niet verloor aan Greg Lemond. Onverdiend. Lemond nam het jaar daarop zoete wraak en bleef er altijd bij lachen. (Hinault ook, maar met zichtbare boerenkiespijn). Weer die Tour niet in levende lijve gezien.
Zie ook deel 8
Geen opmerkingen:
Een reactie posten