‘Windchill’ is het verschil tussen de temperatuur op de thermometer en de gevoelstemperatuur die door de wind wordt bepaald. Voor fietsers is dit iets om rekening mee te houden, omdat je ook nog rijwind hebt. Het kan dat de werkelijke temperatuur -10 is en de gevoelstemperatuur vanwege een krachtige wind, 22 graden onder nul. Je lichaam koelt dan snel af. Ga je dan toch fietsen, moet je je lichaam, je oren, vingers en voorhoofd goed bedekken en blijven bewegen. Dan blijft je lichaamstemperatuur in balans.
Blijf warm door te bewegen en je goed te kleden voor je weggaat. Draag drie verschillende lagen kleding over elkaar. Laag één: onderkleding die geen vocht opneemt, maar het zweet doorgeeft aan de volgende laag. Laag twee: een vochtdoorlatend fietsshirt of een fleecetrui met een geruwde binnenlaag. Laag drie: een aan de voorkant winddicht jack met een ademende buitenstof, waardoor overtollige lichaamswarmte aan de achterkant weg kan en je niet zeiknat van het zweet wordt. Veel warmte verlies je door je hoofd, dus zet een muts op. Draag handschoenen en neem een thermoskan met warme drank mee voor onderweg. Je kunt ook nog thermisch ondergoed dragen, verwarmde handschoenen, schoenverwarming en dat soort grappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten